Lof & Pers
OnsKentOns
“Ewk wird’em!” (eenieder weert zich) luc de vos
Recensie 1
Enola.be Sven de Potter
Amper twee jaar na ‘Veur ’t zelfste geld’ (http://www.enola.be/muziek/albums/21560:goes-a-de-gasten-veur-t-zelfste-...) staat Goes & De Gasten opnieuw aan het raam met nieuw werk te zwaaien. Wil Goes & De Gasten – nom de plume van Michel Goessens – daarmee aanspraak maken op de titel van ‘hardest working artist’ van de Belgische muziekscene? Wellicht niet, maar met ‘OnsKentOns’ voegt Goessens wel een prachtige reeks muzikale vertellingen toe aan zijn toch al uitgebreide oeuvre. En wat bijzonder is: ‘Goes’ doet het met een paar gasten minder. Met meer fond, meer muziek en meer emotie als resultaat. Een plaat die je niet onberoerd laat.
Wat is tien jaar in een mensenleven? Een vinkerknip? Een lange geeuw voor we de glazen nog eens volschenken en mijmeren over een tijd die nooit terugkomt? Tien keer ‘godverdomme’ vloeken als de winter weer voor de deur staat en we weer te laat zijn met het aanvullen van onze houtvoorraad? Misschien. Voor Goes is het een decennium lang verhalen vertellen met ‘het leven zoals het is’ als dankbare bron. De hoek om en binnen bij de bakker waar de couleur locale elke zondag pistolets en pateekes komt kopen en elkaar ondertussen bestrijken met de smeuïgheden van de voorbije week. De gesproken krant, altijd rad van tong. Overspel, moord, verlies, hoop, liefde... Goes spitst de oren, luistert goed en schrijft er songs over zonder al te veel tralala, poeha of grootspraak. Blues, nu en dan met een poppy insteek, in het ‘Sleins’. Puur Meetjeslands patois. Wat Berlaen is voor Zulte, is Goes voor ‘Slenne’.
Waar Goes zich op ‘Veur ’t zelfste geld’ nog liet omringen door een groep doorwinterde muzikanten heeft hij voor ‘OnsKentOns’ gekozen voor een minimale muzikale inkleding. Lapsteel, piano (resp. oudgedienden Gijs Hollebosch en Jan Borré) en floortom (vers bloed, zoon Natan Goessens), that’s it. Met een prominent naar voren gemixte stem zorgt dat voor meer aandacht voor de verhalende kant van de songs. Hoofdtelefoon op en je zou denken dat hij samenzweerderig in je oor staat te fluisteren. Enkel een inleidend ‘Weet et al?’ ontbreekt. Die less is more-aanpak triggert je fantasie: je ziet in ‘Jef Vermassen’ Charel zo op de grond liggen, in ‘nen versen plas bloed’ en je hoort het wetten van het mes, angstaanjagend dichtbij in ‘In ’t Weekend en ’t verlof’. Niet alle verhalen komen uit de onderbuik van het leven. In ‘Sole Mio’ gaat het er lichtvoetiger toe – over prille liefde en een koude winter – en in ‘Jezus Gezien’ moet de kinderlijke naïviteit het afleggen tegen een sociaal onaangepast sujet, lees hippie. Echt straf is Goes in ‘Kapte mij open’, een losse bewerking van Lennons ‘Working Class Hero’ waarvan de tekst alleen al een prachtige hommage is aan de werkmens.
Net zoals schrijven schrappen is, geldt voor muziek dat songwriters groter worden naarmate ze de kunst van het weglaten leren beheersen. Goes heeft met deze plaat zijn ziel ontbloot. Is ‘OnsKentOns’ het orgelpunt van een muzikale queeste? Wij denken van niet. Het beste moet nog komen.
Goes & de Gasten neemt u mee op een tocht door la Flandre profonde met teksten geworteld in de Vlaamse klei.
De moerstaal is het Sleins. (Sleidinge / O-Vl). Goessens bewijst dat ‘Sleins’ even muzikaal is als pakweg het Engels en het Frans.
Goessens speelde van Huiskamer tot Sportpaleis - won de Grensincidenten Kleinkunst Cup - was NEKKA-finalist -
deelde podia met tal van artiesten uit binnen- en buitenland én schrijft sneller songs dan zijn eigen schaduw!
Recensie 2
Benny Metten, Ctrl. Alt. Country e-zine, maart 2015 (4,5*****)
Gelijk vanaf het eerste nummer van “OnsKentOns”, het heerlijk jazzy gebrachte “Gangbang in Destelbergen”, weet je als luisteraar al, dat het weer goed zit op de nieuwe van Michel “Goes” Goessens en z’n Gasten. Als je op samenzweerderige toon wordt meegedeeld waar plaatselijke hengsten zoals de notaris, de pastoor en de boer nogal uitgebreid aan hun trekken komen, verschijnt meteen al een eerste brede glimlach om je mondhoeken. En waaraan de plaat haar titel ontleende is gelijk ook duidelijk: “ons kent ons en we zwijge vur mekoar” luidt immers het devies bij Tony en Mariette. Een eerste beklijvend momentje op een album tot de nok toe gevuld daarmee.
In het moody “Zeg het mij” is het vervolgens op eerder pessimistische wijze uitkijken naar een (uitgesteld) pensioen en “Lang in Landegem”, een Americana shuffle op z’n Sleins, blijkt het relaas van een toevallige caféontmoeting met een vrouw met karakter. Bedaard (blues)rockend krijgen in “Om ter eerst” dan de strebers der aarde een serieuze draai om de oren mee, alvorens het op z’n Cash ingezette, maar al snel tot een mooi popliedje open bloeiende “Zot van Zappa” met de tong diep in de wang geplant een gelijk vanaf het begin tot mislukken gedoemde liefdesrelatie met een schone uit Liverpool bezingt.
Jazzy swingend worden we vervolgens geconfronteerd met een aantal van de frustraties van de echte muzikant van vandaag de dag in “America here we come”. En dan is het tijd voor wat ons betreft de eerste primus inter pares. Dat is de wat macaber aandoende klassieke pianoballade “Jef Vermassen”. De onder invloed van teveel drank z’n vrouw molesterende Sjarel krijgt daarin z’n verdiende loon. En voor z’n vrouw Rozanne doet Jef Vermassen de rest...
Nog zo’n veritabele schoonheid van een liedje is het verstilde “Potlood in een blaadsken”. Als het daarin verklankte beeld van een aan z’n bed gekluisterde oorlogsveteraan gelaten wachtend op z’n dood je niet ogenblikkelijk midscheeps weet te raken, dan scheelt er iets met je...
En resten er ons dan nog: het met een groovy orgeltje onderbouwde rustige luisterpopdeuntje “Sole Mio”, het akoestische bluesje “Jezus gezien”, het behoorlijk nadrukkelijk op de vertrouwde sixties-leest geschoeide protestliedje “Kapte mij open”, het dronken pianobluesje “Sonny Boy” en het swampy “In ’t weekend en ’t verlof”. Beurtelings goed voor een lach en een traan. En met dat laatste als hét absolute topmoment van het geheel. Opnieuw een dijk van een verhaal, waarin de vrouw des huizes zich durft te verzetten tegen haar man en als een gevolg daarvan in “zakjes van ‘nen kilo” tussen de kroketten en de boontjes in de diepvrieskist belandt. Goessens als het ware heel even als het Vlaamse antwoord op Cormac McCarthy. En je gaat je als luisteraar dan onwillekeurig afvragen, of hij misschien iets even monumentaals als “No Country For Old Men” of “The Road” in de vingers zou hebben... Moest hijzelf ook maar eens over gaan nadenken...
Recensie 3
ROOTSTIME
Of we in onze eigen taal een uitdrukking hebben met geheel dezelfde betekenis, weten we niet (we zoeken nog!), maar de Britten noemen het ‘the coming of age’, wat toch beter weergeeft wat de bedoeling is dan ‘volwassen worden’. In elk geval is het dat wat wij vaststellen bij artiesten die we al enkele jaren van dichtbij mogen volgen in hun evolutie, om ze niet te noemen Fernant Zeste (met ‘Drama’) en Tiny Legs Tim (al met de voorganger van het nieuwe ‘Stepping Up’) Tot deze kring behoort ook Michel Goessens. Volwassen is de leraar fotografie aan het Viso in Mariakerke (Gent), enige zanger in het Sleins (dialect van Sleidinge, Evergem bij Gent), zonder enige twijfel, al verandert hij op podium met één vingerknip in een rebelse überpuber die graag tegen schenen stampt en ‘schandaal’ schopt.
Na enkele cd’s met Aardvark (in duo met harpist Werner Dumez) en een eerste plaat onder de naam Goes & De Gasten, ‘Veur ’t zelfste Geld’, mag je stellen dat Goes/Michel is waar ie moet zijn. We hadden geen klachten over de ‘oude Goes’, tenzij degene geformuleerd in eerdere reviews, maar ‘Onskentons’ geeft als geheel een voldragen indruk, een cd die je aan de laser overgeeft met de bedoeling hem tot einde uit te horen. Het deel van het geheim, voor zover daar sprake van is, zijn de songs die lang hebben mogen rijpen diep in de repetitiekelders en in eikenhouten concerten, een flink aantal zelfs zeer lang. Vele van de hier aanwezige dertien songs had hij vroeger al opgenomen, wellicht omdat Michel er vanuit gaat dat een groot deel van zijn huidige publiek de platen van Aardvark niet kent, en dus krijgen ze hier een nieuwe kans, in een nieuw en passend jasje. Ze zijn goed gekozen.
Zo zijn ‘Jef Vermassen’ en ‘In ’t Weekend en ’t Verlof’, beide van de Aardvark cd ‘Eikels worden Bomen’, al jaar en dag vaste klanten op de concerten. De reden is dat ze een afgerond en ijzersterk verhaal bieden, datgene wat songs van Goes af en toe misten in het verleden. Michel had nl. de gewoonte om op te bouwen rond een sterke basisidee, een sterke slagzin, meestal uit het lillende leven gegrepen, dat van hemzelf of van mensen uit zijn leefomgeving. Maar die idee en die sfeerschepping kregen dan geen vervolg of afronding en… zijn we niet allemaal verzot op verhalen met een begin en einde? De songs op ‘Onskentons’ hebben hun verhaal. Er mag natuurlijk ook een deel mysterie bij zijn, zoals het schitterende ‘Rosa’ van de vorige cd, en in zo’n geval hoef je geen verdere details. Op ‘Onskentons’ staat een nummer met een gelijkaardige beeldende kracht: ‘Potlood in een Blaadsken’, ode aan Karel, veteraan uit WOI (‘Den Ijzer heeft hem geen deugd gedoan’), die de jonge Michel een sigaret leerde rollen. De piano van Jan Borré geeft aan de song de juiste saudade (als we dit zo geladen woord hier mogen gebruiken)
Dat brengt ons bij dat ‘nieuw jasje’: de begeleiding is zeer spaarzaam maar daardoor buitengewoon doeltreffend. Naast Michel, zang en akoestische gitaar en Jan Borré, op piano, maar ook sfeerbepalend op de hammond, is er enkelGijs Hollebosch, intussen alom geprezen begeleider op een keur snaarinstrumenten (Weisenborn, slide, lap steel, mandoline en akoestische gitaren) en zoon Natan Goessens. Zijn inbreng is vitaal in ‘In ’t Weekend en ’t Verlof’, waar zijn floortom de Indiaanse trommels weergeeft. Deze omlijsting legt de focus op de bruine stem van Michel. Komt van pas in het zich in een samenzweerderige schandaalsfeer wentelende ‘Gangbang in Destelbergen’ (dat de titel van de cd verklaart), in de eigen versie van ‘Working Class Hero’ van John Lennon, ‘Kapte mij open’, met de juiste gradatie van woede en strijdbaarheid, in de herinneringen rond een bruine kroeg die de deuren sloot, ‘Sonny Boy’ . In ‘America Here We Come’ geeft hij toe dat ‘alle’ cafés waar hij gespeeld heeft intussen verdwenen zijn, want ‘Muziek es moar bejang’.
Michels vorm van humor is niet zelden cru en wrang, met ‘Jef Vermassen’ als rolmodel, maar zelfs in een fijne jeugdliefde is ze nauwelijks milder in het van fijntjes wisselende stemmingen voorziene ‘Zot van Zappa’, dat voorheen ‘Blankenberge 1984’ heette, net zoals de sneer naar de snob-muzikant ‘Note Kakk’n’ nu herdoopt werd in ‘Om ter eerst’. Het charmante net niet oneerbare voorstel ‘Sole Mio’ behield zijn originele titel. Alles bij elkaar lijkt ‘Potlood in een Blaadsken’ ons de song die het dichtst de ziel van Goes benadert, maar het staat u vrij om een andere voorkeur te hebben: er is keus te over op ‘Onskentons’.
Antoine Légat.
Recensie 4
Bart Van Damme Meetjeslandse Muziekcolumn
Het moet toch zijn dat ik één of andere paranormale zot ben, zoals alleen in de nieuwe detectivereeks Vossenstreken ten tonele kan worden gebracht. Maar op het moment dat ik zit te reflecteren over ‘Liefde voor Muziek’ gooit ene Michel Goessens uit de Reibroekstraat in Evergem allerlei denkmanoeuvres op Smoelboek over datzelfde VTM-programma. Authenticiteit, dames en heren. Daar wil ik nu vandaag wel even een boompje over opzetten. Nu heb ik ook wel eventjes grote ogen opgezet bij de zangcapaciteiten van Herr Christoff van de Vlaamsche Schlagermachine ‘Waar zijn die handjes?’. Maar om dan Stan ‘het is toch niet waar?’ Van Samang en Guy ‘het is blijkbaar wel waar’ Swinnen te horen declameren “zo schoon, ik geloofde alles wat je zong”, dat is voor mij toch wel een brug te ver. En dan Slongs Die Van Ongs. Slik. Nu moet ik opletten. Ik wist het al hoor, dat ze heel goed naar Lauryn Hill en Bob Marley heeft geluisterd. Dat ze met held Axl Peleman goede vriendjes is. En dat ze dus gepokt en gemazeld is van de wereld van soul, The Temptations en andere Motown-coyfeeën. Pleit absoluut voor haar. Net nog een film over James Brown meegepikt. Ik denk dat zelfs paus Franciscus beïnvloed is door die gast. Zot. Op alle mogelijke manieren. Maar Slongsken, zou je astublieft met uw teergeliefde pollekes van de (Nederlandstalige) hiphop willen blijven? Laat dat over aan de grote mensen. Aan ’t Hof van Commerce. Aan Lize Accoe. Aan De Predikanten. Aan de Noaldestekker. Aan The Sloofs. Of Mike C… Authenticiteit, dames en heren. Daar gaat het over. En nu komt het, daar vind ik mij in het verhaal van ene mijnheer Michel Goessens uit de Reibroekstraat in Evergem. Ons kent ons. Inderdaad. Alweer een schone plaat. Ik kan niet zeggen dat ze mij verrast heeft of dat ze de muziekindustrie voor eeuwig en drie dagen op zijn kop heeft gezet, zoals Suds’n Soda van dEUS dat ooit heeft gedaan. Het is een Goes & De Gasten-plaat. Tot daar het verrassingseffect. Ik kende ook al alle songs, fan zijnde. Maar de plaat bezorgt mij wel ruim een uur authenticiteit en liedjes om te koesteren. En dat, dames en heren, is waar het allemaal om draait. Die plaat is met heel veel echte ‘liefde voor muziek’ opgenomen, zonder de afgestoken broek en de platgetreden platen. Zonder veel notenkakkerij ook, om in de termen van Goes te blijven. De juiste toets op de juiste plaats. Niet meer, niet minder. Authentiek Goes & De Gasten. Wat verlangt een mens meer? Steek er iets van op, beste Fonky Tuur, terwijl je verder surft in wedstrijden op commerciële omroepen. Blijf jezelf en koester het talent van jezelf te blijven. Jij kunt dat. Dat zou Slongsken ook moeten doen. En James Brown? Geniaal op het podium en zelfs ongeëvenaard eens de microfoon werd aangezet. Een klootzak daarbuiten echter. Willen we dat dan? Nee toch? Geef mij maar Goes, James. Ook voortdurend op zoek naar liefde en gelegenheid. Aandachtsjunk, een woord uit mijn boek, zoek maar op. Heeft Goes ook wel. Op de planken magie. Maar zonder gitaar is Goes eveneens een knuffelbeer om van te houden. Hart op de juiste plaats, liefde voor het gezin. Authenticiteit. Schrijf op. Les nummer één. Zeg dat B.A.R.D. het gezegd heeft. Sonic Jesus, here we come! Of afspraak bij Goes & De Gasten, Rianto Delrue, Fernant Zeste en Bruno Deneckere in N9 Villa? Van authenticiteit gesproken…
Recensie 5
KINDAMUZIK
Goes & De Gasten | Ons Kent Ons
Confronterend zwart-wit.
CD, Eigen beheer/Eigen beheer
Tekst: Niels Steeghs
Publicatiedatum: 26 maart 2015
Is het strikt noodzakelijk liedteksten te kunnen begrijpen om muziek te kunnen waarderen? Kijkend naar de waardering voor artiesten uit een land als Ijsland kan je moeiteloos veronderstellen van niet. Hetzelfde geldt voor in dialect gezongen teksten. Nu is het in het geval van het Vlaamse Goes & De Gasten nog vele malen eenvoudiger om chocolade te kunnen maken van het gesproken woord dan bij teksten uit Vikingkelen. Maar toch, ook om de teksten uit het Oost-Vlaamse Sleins (het dialect van Sleidinge) te begrijpen is er iets van inspanning nodig.
Of die de moeite waard is? Wel zeker. Want als Michel Goessens verhaalt dan loont het om te luisteren. Zonovergoten zinsneden zijn het niet, maar dat maakt het juist des te interessanter. Hier horen we over onalledaagse belevenissen van alledaagse aardbewoners. Donker, eerlijk, rauw en soms zelfs bijna onderkoeld verteld. Met minimale instrumentatie gaat de maximale aandacht uit naar de vertelling. Of die nou gaat over overspel, moord, hoop of liefde, dat deert niet. Direct vanaf het eerste nummer, met de weinig subtiele titel ‘Gangbang in Destelbergen’, weet je dat het bittere ernst is. Of voortreffelijke zwarte humor.
Ons Kent Ons klinkt vooral als de samenballing van anekdotes, gehaald van dichtbij. Van mensen die jij en ik zouden kunnen kennen. Of van wie we flarden herkennen. Al vraagt dat inspanning van de luisteraar. Om te vernemen wat bijvoorbeeld ‘Jef Vermassen’ op zijn lever heeft dien je minimaal een keer of wat opnieuw te luisteren. En dat is geen straf. Liefde? Die is er wel, maar niet gespeend van de nodige tragiek. Laagje voor laagje ontleed je de boodschap. In net zulk confronterend zwart-witbeeld als Stephan Vanfleteren portretteert ook Goessens zijn subjecten. Snedig, eerlijk en puur. En is dat nou niet juist wat het ontdekken van muziek zo mooi en fascinerend maakt?
Recensie 6
KEYS AND CHORDS
In tegenstelling tot zijn vorig album ‘Veur ’T Zelfste Geld’, waar Michel Goessens beroep deed op een uitgebreide en uitgelezen groep muzikanten, herleidt hij de groep nu naar vier. Naast Goessens zelf, zang en gitaar bleven alleen oudgedienden Gijs Hollebosch op lapsteel en Jan Borré op piano over. Nieuwkomer is Michels zoon Natan op de floortom. Het album klinkt dan ook heel intiem en de naar de voorgrond geschoven stem van Goessens, geeft het gevoel alsof hij voor ieder van ons persoonlijk zingt. Michel schrijft zijn teksten nog steeds in het Sleins, het dialect van Sleidinge, en dat doet hij op zijn vijfde album ‘Onskentons’ andermaal meer dan voortreffelijk. Niet alleen geeft Goessens zichzelf bloot in zijn songs, hij houdt ons ook een spiegel voor en is niet beroerd om maatschappelijke problemen of wantoestanden in knappe verhalende songs te gieten. In de opener, het jazzy bluesy ‘Gangbang In Destelbergen’ hekelt hij al dadelijk de notabelen van het dorp, die het achter gesloten deuren niet zo nauw nemen met hun voorbeeldfuncties, terwijl ze gretig hun vleselijke lusten botvieren. ‘Lang in Landegem’ geeft dan weer een beeld van de eenzaamheid die zo kenmerkend is voor de hedendaagse maatschappij. Zelfs een gezin, een goede job en noem maar op staan niet garant voor liefde en warmte. Of wat te denken van de amateurgitarist in ‘Om Ter Eerst’ die door de week aan de lopende band moet ploeteren, maar zich door het bezit van alle mogelijke gitaren en versterkers, toch het gevoel van een rockstar kan aanmeten. Nog zo een schitterende song is het country achtige ‘Jezus Gezien’ waar de langharige, bebaarde en blootsvoets lopende hippie Eddie door de kleine Goessens als de Messias wordt gezien.
Met een mix van drama en humor vertelt Goessens het dagelijkse leven in een maatschappij die het vaak niet zo nauw neemt met normen en waarden. Walter De Buck is er jammer genoeg niet meer en artiesten als Willem Vermandere en Jan De Wilde om er maar enkelen te noemen, worden er ook niet jonger op. Daarom moeten wij iemand als Michel Goessens koesteren, want artiesten die zulke verhalende songs kunnen schrijven zijn niet dik gezaaid. Met ‘Onskentons’ levert Michel nog maar eens het bewijs dat hij bij de top van de kleinkunstenaars een vaste stek verdient, en dit zowel in ons landje als in het buitenland.
Lambert Smits (5)
VEUR 'T ZELFSTE GELD
raf walschaerts (kommil foo)
Net de nieuwe plaat van Goes en de gasten gehoord... en zwaar onder de indruk! Vaak gevoelig en ontroerend in zijn eenvoud, maar evengoed soms bizar en bevreemdend, en vooral nooit sentimenteel. Je voelt de hand van een echte song-schrijver die de wereld rondom hem observeert, en vanuit het kleinste detail een pracht van een idee kan puren. Het lijkt allemaal heel vanzelfsprekend en natuurlijk, en net daarin ligt de inspiratie en het metier. Ik ben fan!
ENOLA.BE Sven De Potter 19 april 2013
"Een chroniqueur van het leven", lezen we in de biografie bij Veur ’t zelfste geld, de laatste worp van Goes & De Gasten. Een stelling die we na een paar luisterbeurten alleen maar kunnen bijtreden. Met deze nieuwe plaat nestelt Michel Goessens zich mooi tussen Vlaanderens finest, in de leemte tussen Berlaen en Kowlier.
Veur ’t zelfste geld is het eerste wapenfeit van Goes & De Gasten, althans onder die naam. Goessens was bij het brede publiek al ietwat bekend als Aardvark en later als Aardvark & De Zandmannen. Met Goes & De Gasten kiest hij resoluut voor een eigen smoel, en laat hij zich voor de tweede keer begeleiden door een band die uitblinkt in "spelen wat hoort".
Veur ’t zelfste geld, een productie van HT Roberts, verschijnt op hetzelfde moment dat The Broken Circle Breakdown-band het Vlaamse hinterland met een stevige portie bluegrass injecteert. Country, lapsteel, dobro, de harde lessen van de liefde en het leven; Vlaanderen heeft Americana en all things country sinds kort stevig aan de boezem gedrukt. Dat Goes & De Gasten meeprofiteert van die belangstelling vinden we maar normaal.
Wie een beetje vertrouwd is met het leven achter de deuren van la Flandre Profonde, vindt in Veur ’t zelfste geld een geschikte soundtrack. Goessens plukt zijn onderwerpen uit het leven van alledag, zingt over al wat des mensen is. Hij componeert fotografisch (het woord cliché is hier wel op zijn plaats, Goessens is nu eenmaal ook fotograaf) over wortelen en erwtjes met kotelet op zondag, Sparta-pils in het dorpscafé, heilige devotie en kaarsen branden en overspel-onder-de-kerktoren. Onderwerpen die hij mooi vertaalt naar spaarzaam opgebouwde pareltjes Vlaamse dorpsblues (uit Sleidingse grond) met Americana echo’s zoals banjo, lapsteel en slide-guitar. Stond Goessens wieg in Austin, Texas, hij was ongetwijfeld op een trein gesprongen, de hobo’s achterna into the great wide open, om verhalen te sprokkelen. En hij was er ongetwijfeld ook op Tom Waits, Steve Earle, Townes Van Zandt en Blaze Foley gebotst.
Maar Goessens is geen Amerikaan, ook al lijkt zijn portret op dat van een oude geluk- of goudzoeker die zich ergens diep in het zuiden van de VS teruggetrokken heeft. Sleidinge is Amerika niet. Zelfs niet met een café als de Miami in de buurt. Veur ’t zelfste geld grossiert in het soort verhalen waar ook Iedereen Beroemd en Man Bijt Hond groot mee geworden zijn. In het Sleins bezingt Goessens mannen als "De jongsten van Laroy", een snoever die de wereld kent, sterke verhalen vertelt, rondjes geeft, de plaatselijke schonen met een vette knipoog in de kont knijpt, maar enkel "ne vent" is binnen de grenzen van zijn eigen dorp.
Goessens balanceert mooi op het slappe koord tussen drama en humor en serveert ogenschijnlijk tongue-in-cheek anekdotes met weerhaken. Zoals in "We komen wel af", dat gaat over "geen tijd" hebben om je zieke moeder te bezoeken en pas op haar begrafenis beseffen dat ze je dat kwalijk neemt. Er is namelijk geen koffietafel. Goessens zet de luisteraar graag op het verkeerde been door lichtvoetige arrangementen te laten botsen met rake en soms pijnlijk herkenbare teksten. "Van au gedroomd" is zo’n poëtische ode aan de vriendschap waarin hij vaststelt dat zijn beste maat ("op onze rug in ’t ges/aan de kant van de gracht/onze eersten Sprint gerookt/flesse Martini gekraakt") nog enkel in zijn dromen opduikt. Nostalgisch, ja, maar niet zeemzoet of stroperig. In "Congé Payé", in de sfeer van Meuris’ en Papermouths Route Nationale, zien we de full-colour polaroids van vader-in-korte-broek, de tent op het bagagerek van de auto, klaar om de exotiek van Frankrijk te ontdekken. Een naïviteit die we voorgoed verloren lijken te zijn.
Herkenbaar, breekbaar, oprecht, ... Goessens songs doen wat ze moeten doen en halen even onze voet van het gaspedaal. Wie tijd heeft om te luisteren, hoort meer.
ALTCOUNTRY.NL HUGO VOGEL
Nederlandstalige americana, is dat wat? Die vraag zou ik in z’n algemeenheid niet bevestigend willen beantwoorden. Je hebt goede en slechte Nederlandstalige americana. Veur ’t Zelfste Geld (eigen beheer) van Goes & de Gasten valt in de eerste categorie. Goes is Michel Goessens die met de Vlaamse groep Aardvark al meerdere platen uitbracht en hij zingt in het Sleidings (Sleidinge is een dorp nabij Gent). In de Gasten herkennen we onder meer de naam van H.T. Roberts (mandoline, banjo, bas, gitaar), waarvan we op deze pagina’s ook diverse keren cd’s hebben besproken. Sinds het Koningslied is het natuurlijk gevaarlijk om Nederlandse teksten te analyseren. Maar, wees gerust: deze teksten van de 16 nummers op deze plaat, veelal handelend over het dagelijkse leven, zijn prima. Zelf heb ik lange tijd in België gewoond, maar degenen die de teksten niet verstaan hebben baat bij het tekstboekje waarin de accent-woorden vertaald zijn. Ik had het over americana, maar een ander zou dit wellicht Nederlandstalige folk of zelfs kleinkunst kunnen noemen. Whatever, het is maar om het beestje een naam geven. Wat onmiskenbaar is, is dat dit een prima plaat is met fijne, spaarzaam aangeklede, luisterliedjes met Amerikaanse invloeden.
KEYSANDCHORDS.COM Cis Van Looy (4)
Dat zou in dit geval bijzonder jammer zijn. Met Goes (Michel Goessens) maakten we eerder kennis via ‘Eerlijk Echt’ van Aardvark & De Zandmannen. Vorig jaar in november en begin dit jaar verzamelde de zanger zijn mannen nog eens in het Hof van Hebberecht en Muda, Atheneaum voor podiumkunsten in Evergem. Sessies die in dit werkstuk resulteerden. Zijn trouwe compagnon, de route Werner du Mez, is er niet meer bij maar de Zandmannen, nu de Gasten genoemd en producer HT. Roberts zijn opnieuw van de partij. Dat geroutineerde team zorgt andermaal met akoestisch instrumentarium (banjo, mandoline en gitaren) voor een perfecte muzikale omkadering die moeiteloos aansluiting vindt bij het betere internationale rootswerk van de overkant van de Oceaan.
In het Sleins, de plaatselijke omgangstaal uit Sleidinge-Evergem in de buurt van Gent brengt Goes verhalen uit zijn leefomgeving zoals het geheimzinnige ‘Knip van Sleine’, ‘Nonkel Georges’. Af en toe verlaat Goes de vertrouwde parochie zoals voor het niet van ironie gespeende denkbeeldige uitstapje ‘Het zal wel zijn’ waarin niet alleen bekende overleden muzikanten figureren en ‘vakantiegeneugten’ worden in ‘Congé Payé’ bezongen.
Maar dat je het niet noodzakelijk in het buitenland ver van de dorpskerk moet zoeken wordt hier telkens weer aangetoond in bijzonder fraaie songs. Het ontroerende bluegrassepos ‘De Lijne van Mijn Leven’, het nostalgische ‘Van eu gedroomd’ en ‘Rosa’, een wat wrang vertelsel van een radeloze moeder blijven bij de eerste beluistering hangen maar nergens op dit zestien tracks tellende schijfje is minderwaardig werk te bespeuren.
“Ik ben ook maar ne veugel die zijn liedje fluit” zingt Goes bescheiden in ‘Eender Wat’ om vervolgens onze gevederde vrienden ruim twee minuten aan het woord te laten. Goes, een getalenteerd, doodeerlijk muzikant naar mijn en hopelijk uw hart.
Leven zoals het is in't Sleins - Het Nieuwsblad - Donderdag 14 maart 2013

‘Van kindsbeen af zong ik graag. Ik kon vlugger zingen dan spreken', grapt de 48-jarige kleinkunstenaar, die leraar fotografie is aan het Viso in Mariakerke. ‘Als tweejarige verhuisde ik van Melle naar Sleidinge. Ik was er lid van de fanfare en volgde muziekschool. Met een bandje speelde ik enkele jaren het stof uit de muren.Veel lawaai maken, was voor mij belangrijk. ‘ ‘Ik keerde echter vlug terug naar mijn oude liefde: de akoestische gitaar. Samen met het Asseneedse mondharmonicavirtuoos Werner Dumez speelde ik in de jaren negentig Engelstalige nummers. Pas in 2005 besliste ik in het Sleinse dialect te zingen', vertelt Michel.
In een mum van tijd had hij vijftien Sleinse folknumers klaar. Die bracht hij op de Nacht van de Waanzin in het opgedoekt muziekcafé 't Schransken. Hij werd finalist op de Nekkawedstrijd en behaalde enkele prijzen. Dat was een stimulans om ermee door te gaan.
Eikels worden Bomen was de eerste cd van het met Goessens en Dumez gevormd duo Aardvark. Voor De Keizer van het Vlaamse Lied tekende Aardvark De Luxe en Eerlijk Echt was het product van Aardvark en De Zandmannen.
‘Ik speelde 20 jaar samen met Werner, maar hij haakte af. Vandaar de ommezwaai naar Goes & de Gasten. Die gasten zijn nagenoeg dezelfde uitstekende muzikanten als De Zandmannen, maar het instrumentarium is uitgebreider. Daardoor is het klankenpalet rijker', bevestigt Michel.
De zestien nummers van zijn jongste schijf, die in zijn woonkamer werd opgenomen en is afgewerkt in de Evergemse kunsthumaniora Muda, selecteerde hij uit zestig songs.
‘Ik schrijf dagelijks teksten. Het zijn anekdotische verhalen met een hoog herkenningsgehalte. Iedereen kent wel een ‘Nonkel Georges', die op reis gaat met witte kousen en sandalen. Het personage ‘Dorien Van De Veire' is dan weer een fictieve naam voor iemand die kenmerken heeft van enkele bekende mensen. Voor het eerst worden in het bij de cd gevoegde tekstboekje enkele Sleinse begrippen vertaald.'
Goessens rootsmuziek, die als folk-country wordt gecatalogeerd, leunt nauw aan bij blues. InVeur 't zelfste geld is meer plaats gelaten voor de teksten, waarmee Michel bewijst dat hij een sterke observator is.
Bovendien is zijn stem prominenter aanwezig dan in de vorige cd's. Hij doet denken aan Jan De Wilde, Bram Vermeulen en zelfs Tom Waits en Neil Young en heeft ook trekjes van Bob Dylan.
De cd Veur 't zelfste geld wordt vrijdag 29 en zaterdag 30 maart om 21 uur voorgesteld in de N9 in Eeklo. Hij is te koop in Gent bij Dune Records in de Geldmunt. Bijkomende info en biografie vindt u op www.goesendegasten.be
Michel Goessens (zang en diverse snaarinstrumenten) en Werner Dumez (mondharmonica en backing vocals) traden lange jaren op als Aardvark. Ze deden dat met eigen liedjes in het Sleidings of het ‘Sleins’, het dialect van Sleidinge, deelgemeente van Evergem, in duo of bij gelegenheid met een groter gezelschap. Folk, country en chanson vormen het muzikale hart van hun repertoire dat, niet onverwacht, charmeerde door zijn verhalen, verbonden aan de streek. Maar Aardvark oversteeg de couleur locale omdat Michel een aantal van zijn vertellementen doorspekte met zwarte, soms zelfs morbide humor. Vaak eindigden ze niet zo vrolijk als ze begonnen. De cd’s ‘Eikels worden Bomen’ (2009) en ‘Eerlijk echt’ (2010), dat laatste met een heuse band, De Zandmannen, getuigen hiervan. Omdat Michel een geboren entertainer is en zijn publiek weet te bespelen met zijn stoute taal, gingen de songs er live als koek in.
Ondanks zijn schijnbare rol van ‘tweede viool’, speelde Werner, een graag geziene figuur en een verrassend sterke harpist, een niet onbelangrijke rol tegenover de extroverte Michel. Helaas hield Werner het een tijdje geleden voor bekeken. Goessens gaat dan maar alleen verder, al is dat ‘alleen’ relatief want voor zijn ‘solo’ cd ‘Veur ’t zelfste Geld’ onder de noemer Goes & De Gasten trok hij schoon volk aan. Ht Roberts deed techniek, productie, mix en speelde diverse snaarinstrumenten. Wie de platen kent die Ht produceert (zijn acht soloplaten, cd’s van Filip de Fleurquin, Gabriela Arnon, en vele anderen) weet dat hij zorgt voor een mooi afgerond geluid. Ht bracht getrouwen mee als Gijs Hollebosch (snaarinstrumenten allerlei), Niels Delvaux op slagwerk. Zandmannen Jan Borré (piano, hammond) en Mario Vermandel (contrabas) maken het vijftal rond Michel compleet. Meer is ook niet nodig om voor een bijzonder hoogstaande begeleiding te zorgen. Voor de afwerking zorgen heel wat diverse stemmen die in één of enkele liederen bijdragen. We vinden onder vele anderen Riet Muylaert (Jackobond), Filip de Fleurquin, Bruno Deneckere en Lieven Tavernier.
Tussen de intro (‘Mond vol Tanden’) en de outro (‘Schone te schilderen’) staan veertien liedjes te pronken waarin Michel zich profileert als een ware singer-songwriter. Hij vergeet daarbij zijn ‘roots’ niet, integendeel, maar een groot deel van de songs krijgen een ernst over zich. Michel etaleert daarbij een voorliefde voor kleurrijke uitdrukkingen, die mensen graag als stoplap of dooddoener hanteren, maar die hij een functie geeft in zijn vertelling of tableau. ‘De Jongsten van Laroy’, ‘Kop in ’t zand’, ‘We komen wel af’ en ‘Eender wat’ zijn daar voorbeelden van. Om zeker te zijn dat élke toehoorder volgt, heeft hij bij de songs waar nodig een klein woordenlijstje gevoegd, zodat niets van het gezongene onbegrepen hoeft te blijven. De hang naar verhalen met een hoog film noir gehalte uit het verleden is prominent present: ‘Knip van Sleine’ (= de psychiatrie van Sleidinge, waar de frietjes beestig goed zijn), ‘Nonkel Georges’ is ‘de Kodak op den buik’ weer op reis geweest, maar aan het eind blijkt die kroniek niet zo banaal, als uit komt waar ie geweest is (‘Vriendelijke meiskes – Love you longtime’) ‘De Lijne van mijn Leven’ verzet zich tot bloedens toe tegen de waarzeggerij.
Ook bevreemdend is de absurde verzamelwoede in ‘Het zal wel zijn’. Lichtjes bevreemdende figuren waren rond, daar in Sleidinge. Ze heten nonkel Georges, zieke Roger (‘Kop in ’t Zand’) of ‘Dorien Van de Veire’. Zo mogelijk nog mysterieuzer is het in de ik-vorm vertelde ‘Al dadde zegt’, een weinig opbeurende jeugdherinnering van pesten en vernedering. Die geheimzinnige, sombere sfeer drukt zelfs haar stempel op liedjes die op het eerste zicht onbesproken zijn, zoals ‘Van au gedroomd’ over een oude vriendschap, of ‘Congé payé’, zoals vakanties in het zuiden voorheen waren. Zelfs achter een gewone ontmoeting in de supermarkt met het overbezorgde moederke ‘van mijne maat’ (‘Ne Mens maakt wa mee’) begin je van alles te vermoeden. Doorgaans zorgt de muzikale begeleiding voor tegengewicht in dit rariteitenkabinet, zoals in ‘Congé payé’ dat op heerlijke country drijft of in het bijzonder pijnlijke ‘We komen wel af’, waar het zalige snarenwerk de schrijnende vaststelling enigszins verzacht.
In één song komt alles samen. In het ingetogen, haast verzonken gezongen en erg sobere, op de piano drijvende ‘Rosa’ weet Goessens de verhaaltechnieken van Randy Newman (het ontraamde), Townes Van Zandt (de figuur van Rosa, de teneur) en Nick Cave (de Bijbelse context) te verenigen. Een lied om te ontdekken en te koesteren, hoe luguber ook. ‘Voor hetzelfde geld’ staat ook u op de cd want Michel had het briljante idee om een boel vrienden, muzikanten en fans te vragen een antwoord te bedenken op de titel. Zo zegt Wim Neyt: ‘Veur ’t zelfste geld was ’t bij demo’s gebleven!’ We zouden dat niet gedroomd willen hebben… Want ‘Veur ’t zelfste Geld’ werd een cd waarop een zanger zijnroots bezingt op een universele wijze.
wouter mattelin (muziekredactie radio 1)
De beste verhalen moeten niet altijd uit Hollywood komen. Soms liggen ze gewoon op de straten van een Vlaamse parochie. In songs die smaken naar boerenbrood en bruin bier, en witloof in hespe op zondag, raapt Goes ze op en maakt ze eigen, geflankeerd door zijn Gasten die zich mogen meten met het beste uit Nashville. Met een roste velo als paard, een koersklakke voor hoed en koterijen als ranch, komen de echte cowboys dezer dagen uit Sleidinge.
marijke pinoy
Het is weer intens, ge voelt u weeral zo een verborgen luisteraar die door het sleutelgat piept, bang om ontdekt te worden, omdat ge wilt opvangen wat niet direct voor uw oortjes is bestemd, de kleinheid van l' être humain, maar met zoveel mededogen, en weeral met zoveel herkenninggg.
Reacties die in de loop der jaren gesprokkeld werden...
Mocht hij opgegroeid zijn op een cattlefarm in het diepe zuiden van de VS, dan stond-ie nu wellicht naast Willy Nelson, Woodie Guthrie en Dylan.
Goessens is een observator pur sang. Hij ‘kijkt’ en wat op zijn netvlies verschijnt, vertaalt hij naar herkenbare songs, waarin de opgeroepen beelden ons doen denken aan ‘het gesproken dagblad’. De man ziet, luistert en legt vast. Goessens weet de essentie van het leven te vertalen naar oprechte muziek met scherpe en vaak grappige teksten. Wie Vlaanderen wil leren kennen, in muziek gestanst, moet deze Eerlijk Echt beslist in huis halen. Eerlijk waar. sven de potter – poppunt / tientontaal
Michel Goessens schrijft nog altijd streekgebonden songs in het Sleins (het dialect van ‘Sleine’ ofte Sleidinge-Evergem bij Gent). Hij doet dat stilaan zo bedreven dat ook niet-gouwgenoten er ten volle van kunnen genieten. Michel koppelt scherpe observatie aan een uitgesproken gevoel voor volkse humor, soms van een wrange soort, want, gaan de meeste snapshots over gewone mensen in dito situaties, dan snijdt hij af en toe zonder blad voor de mond eikele thema’s aan (‘In ’t Weekend en ’t Verlof’, ‘1 voor 1’), Zelfspot (‘’t Verkeerde Terras’), een bedrieglijk vrolijke meezinger (‘Euthanasie’), een vaak voorkomende ‘moderne’ situatie (‘Zot zegt Ma’), nostalgie en machteloosheid (‘Zand over ’t Zandeken’), nostalgie tout court (‘Weer en Wind’), je kon ze live al een poos horen en je vindt ze op punt gesteld terug op ‘Eerlijk echt’. antoine légat / goe vollek
Ik wacht al twintig jaar op een concert van Bob Dylan dat klinkt als één van Aardvark & de Zandmannen. Hoe is het mogelijk dat Michel en Werner wél de juiste muzikanten vinden, en Bob niet? hans mortelmans
Aardvark treft me vaak midscheeps, niet in het minst door de geweldige harmonieën. De twee frontmannen, Michel Goessens en Werner Dumez, zingen samen zoals je dat normaal enkel van broers als de Everly's, de Finns of de Mosuses zou verwachten. En dat op een prettig bedje van Blues, country, folk of zelfs Zydeco. p-magazine (****)
Als Aardvark hebben ze al een paar prachtige albums op hun naam staan, hier laten ze zich begeleiden door de prima zesmansband De Zandmannen. Die weet precies wanneer de lapsteel, bouzouki, accordeon, mandoline, piano of dobro wel of niet ingezet mag worden. willem jongeneelen - oor
“Aardvark graaft in zijn roots en vindt de universele ‘Sleinse’ taal om heel de zaal te beroeren. Je hoeft de teksten niet eens te verstaan, je voelt gewoon waar het hier om gaat. Hun ‘eigenste’ muziek, maar ook hun verbaal talent en hun manifeste aanwezigheid verbrijzelen zoveel evidenties en creëren met een kwinkslag gloeiende horizonten in dit aardse bestaan.” Je moet ze beleefd hebben. els buelens cultuurfunctionaris – directeur cultuurcentrum evergem
“Een concert van Aardvark is een belevenis. Er wordt gemusiceerd op hoog niveau. De wisseling van humor en tragiek werkt meeslepend en de gezichten van de mensen aan het eind van de voorstelling spreken boekdelen.” wim de wulf – regisseur ultima thule / kommil foo
“Dansen op het slappe koord tussen drama en humor en niet vallen, niet iedereen kwijt zich met zoveel jongensachtige nonchalance van die taak. Goessens wel.” sven de potter – poppunt
“Aardvark is muziek diep vanuit de buik en recht vanuit het hart. Eerlijk en klein, en daarom ook groot.” koen huygebaert – nekka vzw
De banaliteit des levens in al zijn volheid,schoonheid en lelijkheid. Concreet, ongepolijst, en daarom juist zo juist, kloef der op. Nostalgisch, maar niet bourgeois, terugkijkend op een verleden, maar niet opgepoetst. marijke pinoy
“Recht uit het hart en de AB-prijs dubbel en dik verdiend!” jari demeulemeester / ancienne belgique
“Michel Goessens verstaat de kunst om met 2 woorden een sfeer te scheppen, met 1 zin een verhaal te vertellen, of met een lied een boek te schrijven. Dit kon de soundtrack bij De Helaasheid der Dingen, zijn.” wouter mattelin – radio 1
“Dialectische goede teksten - Sterke présence! – Complexloos - Originele onderwerpen - Goed gespeelde leuke nummers en voor de bindteksten alleen al de moeite waard! - Perfect in zijn genre.” nekka jury
“Songs over kleine mensen in hun leven van elke dag. Bovendien verbindt Michel Goessens de songs naadloos als een volleerde stand-up comedian.” jury humorologie
“Dylan – esthetiek!” peter vantyghem – de standaard
“Ik heb ze al een paar keer gezien en gehoord en ik kan jullie zeggen dat het wrééééd goed is!” peter van de veire – mnm radio
“Waaaw! Geweldig!” eddy wally
"Michel zalft en slaat, troost, snijdt/lacht tot in je klo....., streelt de romantiek van het ongecompliceerde, gezellige groepsgevoel, tooit de egoïsten en het establishment in pek en veren maar kwetst nooit. Aardvark klinkt als een rustieke, knetterende open haard in 21e eeuws zen-interieur." wim lasoen, componist/dirigent - directeur muda-instituut gent / evergem